Terwijl de zomer droogterecords laat optekenen plannen Joop van der Wel en Jan van der Torre de
tweede Hollands Midden rit. Vorig jaar werd die voor het eerst georganiseerd, dit wordt de tweede
uitvoering.
Na lang studeren en delibereren blijkt het een rit te worden die van het noordelijke gedeelte van het Groene Hart afbuigt naar het Gooi en de omgeving van de Vecht. De verwachting tijdens het uitzetten van de rit was dat het weer vast en zeker mee wou werken. De zomer was immers mooi. De hogedrukgebieden talrijk en de neerslagachterstand volgens het KNMI groter dan gewenst. Prima vooruitzichten voor een lekker rondje knetteren langs beemd en veld.
Even voor de mensen achterin de zaal, een beemd is een vlak, waterrijk weiland, ook wel een vlakke landstreek. Bijvoorbeeld: Hollands beemden. Maar dit terzijde. Voordat we aan het rijden toekwamen werden de weersvoorspellingen voor 10 september echter met de dag somberder. Na wekenlang prachtig weer werd er plotseling gedreigd met storm, regen en hagel. De buienradar zeg er buitengewoon onheilspellend uit. Genoeg reden voor wat verre vrienden die op de motor wilden komen om hun dag op een andere manier te gaan besteden. Maar wat bleek tot onze blijde verrassing? Al bij het verzamelen bij de Boerinn in het landelijke Kamerik kwam er een bleek zonnetje door. Dat zorgde natuurlijk meteen voor een morele oppepper. Het traditionele kopje koffie (met appeltaart dit keer) zorgde voor de rest. Na wat heen en weer babbelen en bijpraten over andere avonturen waren we klaar voor vertrek.
Het eerste deel van de rit ging door het prachtige open veenweide gebied. Het grijze, druilerige weer had intussen plaatgemaakt voor een mooie blauwe lucht met wolken in allerlei vormen. Dat,
gecombineerd met de weilanden, sloten en hier en daar een oude molen leverde spectaculair Hollandse plaatjes op. Wat ook opviel was dat de bewoners van dit van oudsher melk producerende gebied onze toch hadden opgeluisterd met een vrolijk vlaggenfestijn. Een onverwacht maar zeer welkom gebaar van vriendschap en verbondenheid met onze vergrijzende Puch Club Nederland.
Via het kleine schilderachtige plaatsje Kockengen, woonplaats van een van de hoofdrolspelers in het
bekende TV programma Man bijt Hond. We konden wegens tijdgebrek helaas niet bij Jan op bezoek. Misschien een andere keer. Voor wie Jan niet kent is hier een introductie op You Tube.
Van Kockengen ging onze tocht via het Hoekje van Spengen naar het dorp Vinkeveen.
Dat is dan weer een watersportgebied bij uitstek met de door de winning van veen ontstane Vinkeveense Plassen. Nu een recreatiegebied dat zeer in trek is bij Amsterdamse stedelingen van allerlei verschillende lagen van de bevolking. Van zwaar getatoeëerde sportschoolliefhebbers tot bestuurders van grote bedrijven en van maffiabaas tot gepensioneerde boomers, je kunt ze hier allemaal tegenkomen. Eenmaal heelhuids door Vinkeveen gekomen werd het weer landelijk. Via dijkjes, polders en langs het riviertje de Waver dat uitloopt op de Amstel ging te tocht naar Ouderkerk aan de Amstel. Een plek waar het niet pluis lijkt te zijn.
Op de verkenningstocht hadden Joop en Jan hier al met pech langs de weg gestaan, nu wat het weer raak. De door Joop van Ruud overgenomen 175 SV was net uit de “tot de deur en misschien nog een klein stukje verder” garantie, toen hij het opgaf. Geen stroom in de accu. Na wat nadenken een tactiek van wisselende accu’s bedacht die wonderlijk goed bleek te werken. De pauze was voor enkelen van ons eigenlijk niet zo heel onwelkom. Even een sinaasappeltje eten, de benen strekken en we konden weer verder. Richting Abcoude en Baambrugge op weg naar het gebruikelijke liefhebbersmuseum.
Dit keer geen motoren maar auto’s. Om precies te zijn het Healy museum in Vreeland. We waren intussen niet voor niets in het Gooi aangeland. Een sjieke streek met ook een geheel eigen Kinderen voor Kinderen dialect. Het museum is prachtig gelegen op een landgoed dat eigendom is van de bekende Cor van Zadelhof. De collectie is ontstaan uit de bijna levenslange passie van Hans van de
Kerkhof. Van geboorte Amsterdammer en al vanaf zijn geboorte behept met het Healyvirus waarvoor kennelijk nog geen vaccinatie is uitgevonden. Hans loopt dan ook, zoals alle gepassioneerde verzamelaars, over van de verhalen en anekdotes. Daarnaast staan er in dit museum ook prachtige pareltjes. Allerlei modellen van het begin van de inspanningen van Jim Healy tot de laatste stuiptrekkingen van dit klassieke merk. Echt een van die museums waar je uren kunt dwalen en dromen van een ander leven.
Maar we konden niet blijven slapen dus moesten we wel verder. Op naar het dorp ’s Graveland, bekend om zijn prachtige buitenplaatsen. Ook gebouwd door Amsterdammers met geld. Lunch op een prachtig plekje bij Natuurmonumenten maakte de rit wel af. Nog een beetje ritten door Breukelen en de Kanis (jawel, dat is ook een dorpje) en we waren weer in Kamerik. Nog een drankje met een praatje. Even zeggen hoe mooi het was en we konden met een goed gevoel naar huis.
Misschien wordt dit wel een vast evenement op de toerkalender. Even lief naar Joop en Jan kijken
Leuk Jan